ValCUN geeft de toekomst van metaal 3D-printen vorm

Deze Gentse cleantech start-up zet alles op alles om 3D-printing duurzaam en betaalbaar te houden.

Gentse ondernemers zijn ambitieus en vertellen graag honderduit over hun product.

ValCUN werd opgericht door twee zulke ambitieuze ondernemers. De naam is afgeleid van de Romeinse god van het vuur en de edelsmeden, Vulcanus. Door de ‘u’ en de ‘a’ om te wisselen komt het materiaal tevoorschijn waarmee ze werken: ‘al’ van aluminium. Ze ontwikkelen namelijk een 3D-printer voor metaal.

Hun werk sluit aan bij de ambitie die wij koesteren: Gent laten uitgroeien tot Europese Technologiehoofdstad. Het is dankzij innovatieve technologieën dat we onderzoek kunnen introduceren in onze industriële sectoren. Binnen cleantech werken we namelijk allemaal samen aan een snelle overgang naar een circulaire economie en om Gent klimaatneutraal te maken tegen 2050. We hebben een sterk netwerk van innovatieve spelers die actief zijn op het gebied van energie, materialen, water en mobiliteit.

De oprichters van ValCUN, Jonas Galle en Jan De Pauw, vertelden ons meer over hun ontstaansgeschiedenis en de weg naar een rooskleurige toekomst, met vallen en opstaan.

Partners in vooruitgang

Tijdens zijn doctoraat in de Elektromechanica, ontdekte Jonas dat technologieën voor metaal 3D-printing bijzonder duur waren. “Ik zoek altijd naar uitdagingen,” zegt hij. “Waar anderen misschien zouden opgeven, zie ik juist een kans. Ik raakte toen betrokken bij een nieuw en uitdagend project: de ontwikkeling van een vernieuwd type raketmotor. De benodigde onderdelen zijn buitengewoon complex, omwille van de vereiste koeling en het minimale gewicht. Ik bedacht me dan dat er wellicht een alternatieve benadering mogelijk was. Toen legde ik voor het eerst de link metaalprinting. Ik ging op zoek naar een bestaande en betaalbare oplossing op de markt, maar ontdekte dat die simpelweg niet bestond. Dat was de doorslaggevende motivatie om er zelf mee aan de slag te gaan.”

Maar hoe zet je dan die eerste stap naar een eigen product? Voor Jonas was dat de haalbaarheidsstudie via VLAIOHoewel deze in 2018 werd afgerond, aarzelde hij aanvankelijk om direct tot actie over te gaan. “Ik heb toen wat aangemodderd, omdat ik nog geen concreet product had en ik dacht dat dit toch wel een vereiste was. Uiteindelijk heb ik dan toch mijn job opgezegd en die klik gemaakt. En toen zag ik Jan terug in de wandelgangen van UGent.”

De twee kenden elkaar al vanuit hun tijd samen als studenten Burgerlijk Ingenieur. Maar na die eindproclamatie liepen hun wegen wat uiteen, geeft Jan toe. “We behaalden allebei ons doctoraat, maar we zaten in verschillende vakgroepen. Na mijn doctoraat wilde ik een eigen spin-off opstarten, maar ik liep toen enigszins vast. En toen liep Jonas daar door de gang, omdat hij kwam praten met mijn prof om te bekijken welke subsidiemogelijkheden er waren voor zijn project. Zijn verhaal boeide me sterk, omdat ik dus ook net een bedrijf wou opstarten maar daarbij op enkele obstakels stuitte. Dus ik trof hem op het juiste moment! Begin 2019 ben ik dan officieel ‘co-founder’ geworden van ValCUN.”

Die betà-testers zijn van groot belang. Als techneuten kunnen wij wel een straf product maken, maar als het niet gebruiks­vrien­de­lijk is, dan is alle moeite voor niks geweest.

Jonas Galle

Voorbij de start

In 2019 vonden Jonas en Jan hun eerste industriële kantoorruimte, gevolgd door een initiële kapitaalronde in 2021. Die printers kunnen tot stand komen dankzij een extrusieproces van vloeibaar aluminium. Dit proces biedt een breed scala aan mogelijkheden, variërend van lichtarmaturen tot machineonderdelen. “Op dit punt in ons ondernemerschap,” deelt Jan, “streven we ernaar om de printer zo optimaal mogelijk te maken. Pas daarna kunnen we verdere trajecten overwegen, zoals het onderzoeken van de mogelijkheid om kwalitatieve producten te vervaardigen uit gerecycleerd materiaal.”

“Inderdaad,” zegt Jonas, “want je weet wat ze zeggen: ‘shit in is shit out’ (lacht). Een gerecycleerd materiaal blijft een restproduct en het is noodzakelijk om terug te keren naar de zuivere vorm van het materiaal, om de kwaliteit te garanderen. Op dit moment zijn we nog niet in staat om deze restproducten te behandelen of te scheiden. Dat is echter zeker een aspect waarop we ons in de toekomst zullen richten.”

“Het is ons voornaamste doel om een kostenefficiënte en eenvoudig inzetbare variant van een 3D-metaalprinter op de markt te brengen, zonder in te boeten aan kwaliteit,” benadrukt Jan. “De huidige installaties kosten al snel 500.000 euro, wat onbetaalbaar is voor de gemiddelde KMO. Bovendien werken de huidige printers met poeders die uiterst brandbaar zijn en gevaarlijk om te transporteren. Ons product daarentegen, is makkelijk in gebruik.”

“Je moet weten,” zegt Jonas,” dat aluminiumpoeder wordt gebruikt in de brandstof van raketmotoren. Ik moet er geen tekening bij maken dat je werkruimte dan zeker voldoende veilig moet zijn. Onze printer staat gewoon in een kantoorruimte. We zijn nog steeds bezig met de verfijning van ons product, aangezien we nog steeds in de ontwikkelingsfase zitten. Daarom zijn we nog steeds op zoek naar mensen of bedrijven die bereid zijn de printer te betàtesten.”

“Die betà-testers zijn van groot belang,” treedt Jonas bij. “Als techneuten kunnen wij wel een straf product maken, maar als het niet gebruiksvriendelijk is, dan is alle moeite voor niks geweest. Hoe meer testers we hebben, des te meer potentiële klanten we kunnen betrekken. Alleen zo kunnen we zien waar we verder op moeten inzetten, maar ook wat minder efficiënt is.”

Dankzij goede raad op weg naar groei

Hoewel de eerste printer al verkocht is, willen Jonas en Jan de verkoop nog aanzienlijk stimuleren. “Daarom hebben we ook een vacature gelanceerd voor Business Development Lead,” zegt Jan. “Want hoewel we aanwezig zijn op beurzen en spreken op verschillende events, zijn we zelf nog te veel gefocust op de technische aspecten. Een ervaren profiel zou onze capaciteiten goed kunnen aanvullen.”

“Tot nu toe hebben we zelf ons plan getrokken,” zegt Jonas, “terwijl we ons hebben omringd met mensen die hierin sterker zijn. In november 2022 zijn we erin geslaagd om twee vooraanstaande professionals op ons vakgebied aan te trekken. We waren op de Formnext-beurs in Duitsland en één van onze directe concurrenten had zijn activiteit op metaalprinters net stopgezet. De verantwoordelijke van die afdeling liep langs onze stand en ik had haar herkend. Ik ben toen achter haar aan gelopen, letterlijk, want ze stapte echt door (lacht). Ik heb haar aangesproken en overtuigd om naar onze stand te komen. Ze luisterde geïnteresseerd en stelde vragen, maar ze wou ook haar technische expert erbij halen. Dus de volgende dag stonden ze allebei aan onze stand en dat was het begin van onze samenwerking met deze twee adviseurs. Dat is al bijzonder leerrijk geweest, omdat zij al veel van de stappen die wij nu zetten al eerder hebben doorlopen bij een ander bedrijf. Soms moet je dus durven. Tot op de dag van vandaag hebben wij wekelijks overleg met hen. Zij bereiden ons voor op vergaderingen of podcasts, bijvoorbeeld. Zij stellen ons de lastige vragen die vaak ook gesteld moeten worden en sturen ons bij in de zaken waarin we weinig of geen ervaring hebben.”

Eens goed ‘op je bek gaan’

Er zijn talloze momenten van trots voor Jonas en Jan. “We zijn bijzonder trots dat we toch maar een startup uit de grond hebben kunnen stampen,” zegt Jan. “Zoals jullie weten, zijn start-up oprichters bijzonder ambitieus en gaan ze tot het uiterste om dé oplossing te vinden.” “Wij ook,” voegt Jonas toe, ”maar vergis je niet, we zijn al verschillende keren ‘op onze bek’ gegaan. Soms is dat gewoon noodzakelijk. In het verleden hebben we onze koers herhaaldelijk aangepast, zelfs volledig omgegooid, met de vrees dat het bedrijf weleens ten onder zou kunnen gaan. Achteraf bleek dat we  telkens de juiste beslissing genomen hebben, zowel op technisch vlak als in onze relaties naar investeerders toe. Zo was er een moment, vlak voor de uitbraak van COVID-19, waarin we ons in de  laatste fase van een contractondertekening bevonden. Tijdens die vergadering voelden we allebei dat het niet juist zat. Zonder rekening te houden met mogelijke andere investeerders, hebben we gewoonweg ‘neen’ gezegd.”

Jan en Jonas koppelen ambitieus ondernemerschap ook aan stevige principes. “We hebben een belofte aan onszelf gemaakt,” zegt Jonas. “Als we falen, zal het nooit of te nimmer te wijten zijn aan cashflow-problemen. Er is altijd een manier om uit een lastige situatie te geraken. Je ontdekt altijd wel een manier om opnieuw geld binnen te halen, dat hebben we inmiddels geleerd. Als het product niet aanslaat of als er onvoldoende wordt verkocht, tja, dat is natuurlijk een ander verhaal. Maar geld zal nooit de doodsteek zijn. We zijn dan ook bijzonder dankbaar dat we vorig jaar konden instappen in het IEC-traject, dat biedt ook veel ondersteuning.”

We zijn bijzonder trots dat we toch maar een startup uit de grond hebben kunnen stampen.

Jan De Pauw

De kip of het ei

In het begin vond Jonas het een uitdaging om de sprong te wagen en een bedrijf te starten. “Ik voelde dat het zou werken,” deelt hij, “aangezien ik theoretisch bewijs had. In de praktijk verwachten investeerders vaak een concreet product voordat ze bereid zijn te investeren. Maar ik had juist geld nodig om de technologie te kunnen ontwikkelen. Zo raak je in een impasse. Eigenlijk is het heel simpel: je moet gewoon zorgen dat je het kunt maken, koste wat het kost. Helaas hebben we veel tijd verloren voordat we tot dat inzicht kwamen. Daarom zeg ik tegen alle andere ondernemers: gewoon doen!”

Vlak nadat Jan erbij gekomen was, brak de coronacrisis uit. “Eerlijk gezegd, was die periode de sleutel tot het doorhakken van bepaalde beslissingen,” zegt Jonas daarover. “We konden niet meer pitchen, alle geldkranen gingen onherroepelijk dicht, dus we hoefden die afwegingen niet meer maken. Eindelijk moesten we ons volledig concentreren op ons product, zonder afleiding. Op die manier hebben we onze doelstelling dan gehaald voor de VLAIO-subsidie.”

Al snel zagen ze ook het belang in van een adviesraad. “Op dat moment bestond onze raad uit een complementair team van tech-ondernemers, potentiële klanten, verkopers, iemand met een financiële achtergrond, enzovoort. Voldoende ervaren mensen ter aanvulling van ons, jonge naïevelingen. In die raad zaten ook twee business angels die uiteindelijk, samen met drie andere, in ons bedrijf geïnvesteerd hebben. Dat was slechts mogelijk doordat ze onze evolutie hadden meegemaakt en het potentieel van het team zagen. Onze veerkracht, dat sprak hen aan.”

“Ik wil mede-ondernemers ook graag meegeven dat ze zich niet moeten blindstaren op statistieken,” voegt Jonas toe. “In de statistieken zien we bijvoorbeeld dat slechts 1 op de 10 start-ups  overleeft. Slechts 1 op de 10 start-ups richt zich op hardware. Met andere woorden: theoretisch gezien heeft ons bedrijf slechts 1% slaagkans. Dat is ontmoedigend, want het impliceert dat we vanaf het begin gedoemd zijn om te falen. Maar deze cijfers houden geen rekening met de context. Want eigenlijk kloppen die percentages niet. Onder die 9 op de 10 start-ups bevinden zich ook veel mensen die een enkel willen ondernemen om snel rijk te worden. Als je die echte passie voor je product of service niet hebt, geef je op bij de eerste tegenslag. Je moet er wat voor overhebben, natuurlijk, voor je bedrijf. En dan komen we bij het typisch Gentse motto: nie neute, nie pleuje.”